Genesis

 

De volgende morgen was ik al zeer gemotiveerd om halfacht aanwezig, getooid in een blauw overhemd en een stropdas en vooral die laatste, en de heren weten dat, knelde behoorlijk om mijn nek. Ik was nog jong en stond barstend stijf van het testosteron, tot zover niets aan de hand, maar dat spul wil naar je hersens en daar zat dus die stropdas in de weg. Een kwestie van wennen volgens mijn nieuwe werkgever, die stropdas dan, want van hormonen had hij niet zoveel kaas gegeten.

Ik kreeg een lijstje van scholen in hetzelfde dorp en het was de bedoeling dat ik ze volgens een zeer strak schema naar het plaatselijke zwembad zou vervoeren. Of het achteraf door de lichamelijke gesteldheid of mijn onvoorwaardelijke inzet is gekomen is niet meer te achterhalen, maar ik klaarde deze eerste klus zonder problemen.

De volgende dag heb ik vrijwel volgemaakt met eenzelfde opdracht, ander dorp, andere scholen maar wel hetzelfde zwembad.

Na deze twee dagen had ik mijn eerste promotie al te pakken, ik mocht het komende weekeinde de voetbalvereniging vervoeren naar de volgende uitwedstrijd en daarbij hield het nog niet op, ook de plaatselijke carnavalsvereniging wilde gebruik maken van mijn diensten. Vooral die laatste groep is mij nog goed bijgebleven. Al eerder heb ik vermeld dat ik ben opgegroeid aan de kust in de kop van Noord-Holland, en die nuchtere West Friezen hebben helemaal niets met carnaval, het zit niet in hun - en dus ook niet in mijn cultuur.

In het zuiden is dat anders, daar wordt je geboren, krijg je een doopjurk in de vorm van een boerenkiel en als de plaatselijke pastoor je voor het aangezicht van de gemeenschap kennis heeft laten maken met water op je bolletje, krijg je een rode clownsneus op je snotkoker en ben je klaar voor het carnaval.                                     Tot zover niets bijzonders, kleine kinderen vinden het prachtig en kijken elk jaar weer uit naar het festival der dwazen, maar als ze in de pubertijd komen veranderd er iets bij de kinderen onder de grote rivieren.                                                                               Ze krijgen – net als hun leeftijdgenoten in het noorden – last van de hormonen en gaan inzien dat het hele clowneske gebruik eigenlijk best wel heel gênant is.

Aangekomen op de afgesproken plaats stond daar een groep uitgedoste zotten in Zeeman jacquets, hun hoofd getooid met puntmutsen welke op hun beurt weer “versierd” waren met pauwenveren. Diegene met de langste veer op zijn hoed moest volgens mij de leider van het zootje ongeregeld zijn en werd door de rest van de roedel liefkozend “prins” genoemd.                                                                                   Verder kon je volgens mij aan de overige versierselen zien wie de oudste moest zijn, deze ging namelijk gebukt onder het enorme gewicht van alle blikken onderscheidingen die hij in zijn leven als praktiserend mafkees bij elkaar had gescharreld, hij werd door de rest betiteld als “adjudant”.                                             Na enige uitleg had ik hier volgens deze senior te maken met “de raad van elf” plus aanhang. Nadat ik het gepeupel een tijdje had aanschouwd was ik er meteen al van overtuigd dat ze wel wat raad konden gebruiken of dat ze op zijn minst bij de eerste de beste psychiater ten rade moesten gaan, die moest er toch wel achter kunnen komen wanneer er wat fout was gegaan.  

Bij het ophalen van dergelijke belijders van het volksfeest der narren was altijd weinig enthousiasme te bespeuren. Een moeizaam “hoi” of “avond” konden ze maar moeilijk loslaten, terwijl de meeste stilzwijgend hun plaats in de bus opzochten. Tijdens de heenreis werd er hier en daar wat over en weer gemompeld en wat terughoudend gegiecheld maar was het over het algemeen opvallend rustig achter mijn rug.

Wat een tegenstelling met de terugreis, aangekomen bij het feestpaleis der idioten stond de leider van de groep me al op te wachten, na het openen van de deur spreidde hij zijn armen ver uit elkaar, waarmee hij volgens mij de lengte van de bus wilde aangeven maar nadat hij zijn broodmolen had opengetrokken werd mij duidelijk dat hij blij moest zijn om mij weer te zien: “Chauauauaufeueueurtjuuuuh”, de bus vulde zich vervolgens met een enorme alcohol walm, “Wat bin ik blie oe te zien” ,hij haalde een keer flink zijn neus op en ging verder: “ik heb er voorts een bietje tabak van en wil naar huus”.                                                                                               Nadat hij de rest van zijn gevolg had verzameld strompelde de één na de andere nar de bus in, zonder uitzondering allemaal ladderzat en tjonge jonge wat hadden ze een lol: “Huh? Hé buschauffeur we gaan um,… je bussie um,… sjlopen”.

Nadat ik de bus in beweging had gebracht en de thuisreis was begonnen veranderde de groep ondertussen in een zangkoor wat naar mijn bescheiden gevoel nog wel wat oefening kon gebruiken. Allemaal vage teksten over bloemkolen, vogels in een la en preitjes op dijtjes kwamen voorbij en deden mij vermoeden dat de tekstschrijver van al die onzin-verzen ook aardig boven zijn theewater moet zijn geweest toen hij zijn gevoelens aan het papier toe vertrouwde.

Terug op het verzamelpunt was het nog niet gedaan met de pret, al polonaise lopend werd nog even de absolute dijenkletser van de avond ingezet: “En we gaan nog niet naar huus, nog lange niet….”, en na een :”Hé chauffeurke, bedank wah!” verlieten de feestvierder het dorpsplein en keerde de rust terug.

Uit bovenstaande is duidelijk op te maken dat Simon en Carnaval niet voor elkaar gemaakt zijn en ik wil na dit relaas het voorstel doen om Brabant voor het symbolische bedrag van één euro over te doen aan onze zuiderburen, krijgen ze Limburg er gratis bij. Vervolgens slopen we alle bruggen over de Maas, de Waal en de Rijn en dempen alle tunnels. Elke dwaas uit het zuiden welke daarna de oversteek probeert te wagen met een rode dop op zijn neus wordt onmiddellijk als zijnde staatsgevaarlijk opgepakt en zonder vorm van proces te werk gesteld als stratenmaker op Rottumerplaat.

Komt er naar mijn mening na ruim 300 jaar een gepast einde aan “De vrede van Utrecht”

 

 

Solliciteren                                                                                      Wouten

Rating: 0 sterren
0 stemmen