Vroeger I

 

Vreemd vind ik het nog altijd dat er de laatste jaren elke zomer warmterecords worden gebroken. Vroeger toen Simon nog Siempie werd genoemd duurde de zomers in mijn herinnering altijd van begin maart tot eind oktober en ’s winters stond ik tot mijn enkels in de sneeuw.

Dat laatste wil natuurlijk niets zeggen ik was in die tijd veel kleiner, om de lezer een beetje indruk te geven: Mijn jonge heer zweefde een centimeter of vijftig boven de grond, maar toch, het was de tijd dat er bijna elke winter sneeuw op straat lag en dat sloten en plassen dicht vroren. Bij een beetje vorst stonden bij ons thuis de bloemen op de ramen en ik denk dat ik hier even een kleine interruptie moet maken voor de jeugdige lezers onder ons.  

Ik ben opgegroeid in een huis wat eind jaren vijftig van de vorige eeuw gebouwd was, dubbel glas, isolatie, purschuim en afdichtingskitten waren nog minstens twintig jaar van ons verwijderd, maar met luchtverversing waren we onze tijd ver vooruit. Je kon, ook toen al, door de vensters naar buiten kijken en niet alleen door de ramen, naast de kozijnen zaten namelijk kieren van een centimeter of twee.       Wij woonde aan de kust, dus aan wind nooit geen gebrek en we konden aan het bewegen van de gordijnen binnenshuis zien hoeveel Beaufort dat buiten ongeveer moest zijn. Dat werkte ’s zomers heerlijk verfrissend, zo’n koele bries door je hele huis, maar ’s winters stookte mijn vader zich het apelazarus om de hele woning een beetje behaaglijk te houden.  

Elk voordeel heb ze nadeel leerde we pas jaren later. Dat stoken was beperkt tot de woonkamer door middel van een kolenkachel. Een andere behaaglijke plek ‘s winters in huis was tussen vijf en zes de keuken, als mijn moeder bezig was met de avondmaaltijd. Verder moest je als koning winter regeerde altijd het toilet in de gaten houden, dat werd door mijn vader opgelost door er voor het slapen gaan een flinke hand met zout in te gooien.

En zo jeugdige lezers kwam in grote lijnen de familie Splinter door de winter. Bijkomend voordeel van zo een tochtig huis was dat er bijna geen mensen waren met astma of bronchitis en dat allergieën voor stofmijt helemaal niet bestonden, het stof kreeg gewoonweg niet de kans om neer te dwarrelen maar was binnen de kortste keren verdwenen door het volautomatische verversingssysteem.

ADHD moest ook nog uitgevonden worden, onze kleine lichaampjes hadden het ’s nachts veel te druk met het warm houden van onze organen en overdag waren we druk bezig om weer voldoende energie op te doen om de komende nacht door te kunnen komen.

Halverwege Augustus werden alle ouders een beetje zenuwachtig, want over een week of twee werd het september en dan was het weer tijd voor de vloeibare bijstand. De “R” was dan weer in de maand en dat betekende als kind niet alleen allerlei niet te pruimen winterkost maar ook de voorbereiding op de winter die weer aanstaande was. Er was een wondermiddel in de handel wat vrijwel overal goed voor was en als je de media moest geloven had je maar een geringe kans had om de komende winter te overleven als je dat goedje niet tot je nam, ze noemde het levertraan.

Op 1 september ’s morgens om acht uur stond mijn moeder bij de drogist op de stoep om een literfles van dat vunzige goedje te bemachtigen.                                   Na de avondmaaltijd kwam de bruine apothekers fles samen met een eetlepel op tafel, bij mijn vader op schoot zittend die ondertussen even handig mijn neus dichtkneep. Ook als kind had je in die tijd behoefte aan zuurstof dus mondje open, maar och jee, daar was mijn moeder met een goed gevulde lepel met dat ranzige spul en kieperde de vette substantie gelijk onder mijn snufferd waarna ze in één handige beweging de onder- en bovenkaak tezamen bracht.                                 Slikken of stikken waren de enige twee opties die overbleven, dus maar rap voor de eerste variant gekozen en meteen opgezadeld worden met spijt!                              

Waar is de kinderbescherming als je ze nodig hebt? Godallemachtig, dit moest erger zijn dan je kies laten trekken zonder verdoving, dat dat niet zo was kwam ik overigens pas twee jaar later achter. Levertraan heeft ook totaal geen richtingsgevoel, met als gevolg dat het een uurtje of twee na het toedienen probeerde via dezelfde weg in kleine hoeveelheden het lichaam weer te verlaten en dan had je weer die vieze smaak in je bakkes.

Denk ondanks alle bovenstaande ontberingen steeds vaker terug aan die tijd en wou dat mijn vader nog eens mijn neus dicht kneep terwijl ik bij hem op schoot zat dan nam ik met alle plezier de levertraan voor lief.

 

Nelis                                                                                     Blogoverzicht

Rating: 5 sterren
1 stem

Maak jouw eigen website met JouwWeb