Wegrestaurant

Het was een mooie herfstdag eind 2014 op weg met een lading kippenvoer naar Denemarken. Bij het laatste wegrestaurant zo een 60 km voor de Deense grens besloot ik om nog even te rusten en van het zeldzame mooie weer te genieten.

Het typische Duitse wegrestaurant op deze route stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Gebouwd op een heuvel, zodat je vanaf het restaurant en het terras een mooi uitzicht hebt over de snelweg en de omgeving.                                                             Niet echt een aanrader voor invaliden, want om binnen te komen dien je een behoorlijke hindernis te nemen in de vorm van een treetje of vier, een plateautje en dat dan een keer of drie. De plateautjes worden gebruikt als kleine terrasjes en nadat ik binnen een kop koffie en een broodje had gescoord besloot ik mij op het laagste plateau te nestelen, heerlijk vol in het najaars--zonnetje.

Op de tafel lag nog een Duitse krant en zeg nu zelf: wat kan er nog fout gaan met een kop koffie, een broodje en een Duitse krant in de najaarszon op een Duits terras? Ik had net een slok genomen van mijn espresso, wou beginnen aan mijn broodje, had al wat gelezen toen het onvermijdelijke gebeurde.

Precies in mijn gezichtsveld stopt er op de parkeerplaats een auto met een Nederlands kenteken en als ik ergens vreselijk jeuk van krijg dan zijn het Nederlanders onderweg ergens naar toe op een mooie herfstdag in Duitsland.   Gelijk begonnen bij mij de alarmbellen te rinkelen! IK ben geen Nederlander!           Dus snel nagedacht en rap gehandeld, mijn shag van mijn borstzak naar mijn kontzak, een nonchalante Duitse houding aangenomen en de Duitse krant zodanig voor mijn postzegel zodat ik er nog net overheen kon kijken.

De vier deuren van de middenklasser zwaaien open, vogels die zich nog lekker aan het koesteren waren in het herfstzonnetje zoeken geschrokken hun heil in hogere sferen. Het is gedaan met de rust, want als de vogels een veilig heenkomen hebben gevonden komen er vijf vrouwen van middelbare leeftijd uit de Volkswagen stappen. Het gegiechel is niet om aan te horen, fuck, als ik nu een wens mocht doen dan was ik een vogel en zocht mijn gevederde vrienden op.

“Pieieieiesssssen!“ gilt één van de dames. En mijn vermoeden werd weer eens bevestigd, vrouwen en een snelweg gaan niet samen. Ze staan te vaak stil om echt op te schieten en kunnen zodoende dus ook gewoon een B-weg pakken.

Om de lezer een indruk te geven van het niveau waarin ik beland was: de dames zijn dus op zoek naar het toilet wat in Duitsland overal zeer duidelijk wordt aangegeven met bordjes “Damen” en “Herren”. Nou, daar is niets Koeterwaals aan lijkt mij, “Pieieieiesssssen!” klinkt het opnieuw, “Ja hier staat het: Dammen!” “Ik wil niet dammen ik wil schaken” gilt een ander, de dames drie tot en met vijf piesen zowat in hun broek van de pret, op dat moment hebben ze mijn plateau bereikt, ik ontspan mijn buikspieren nog maar eens en laat lucht in mijn buik lopen, verdomd het werkt ik lijk nu niet alleen op een Duitser, volgens mij ben ik een Duitser.

Terwijl ik mijn best doe om niet op te vallen vervolgt het vijftal hun weg naar boven. “Pieieieiesssssen!” is voorlopig het laatste wat ik ergens uit de verte meekrijg als de dames hun bestemming hebben bereikt. De vogels vliegen een rondje, kijken of de kust veilig is en zoeken dan weer een plaats waar ze de laatste zonnestralen kunnen opvangen.

Na een minuut of twintig vind ik het mooi geweest. De zon verdwijnt achter de bomen en het koelt snel af, tijd om mijn weg te vervolgen. Nadat ik de krant heb opgevouwen sta ik op en zoek mijn weg naar beneden. Als ik de eerste trede heb bereikt zwaait de deur achter mij open en hoor ik iemand zeggen: “Hé Els, dat is wel wat voor jouw”, ik denk gelijk “Hebben ze het nou over mij?”, “Nee joh, da’s niks die heb geen kont!” hoor ik volgens mij Els antwoorden. “OK geen vergissing mogelijk” ze hebben het over mij! Sorry, dames toen ze de konten uitdeelde stond ik achteraan! Ondertussen heb ik de begane grond bereikt, als ik mezelf omdraai staan daar vijf dames op een rij op het bovenste plateau, ik vernederlands mezelf, trek mijn buikspieren in, kijk naar boven en zeg met iet wat zwoele stem: “Goed, ik heb géén kont, maar ik ken wel neuken als een achterlijke!”

Even was het heel stil op het bovenste plateau in Duitsland, de vogels zongen in de verte nog het hoogste lied, de damesgezichten verkleurden zonder uitzondering alle vijf langzaam van kin tot koon in een dieprode kleur waarna de stilte verbroken werd door een geluid wat ik nog nooit gehoord had en wat de vogels opnieuw deed zwijgen. Drie van de vijf sloegen hun handen voor het kruis en gaven mij de indruk dat ze opnieuw moesten pieieieiessssen.                                                                       Tja, op zo een manier is Denemarken heel ver.

 

 

Sjanneke                                                                            Konijnenvoer

Rating: 0 sterren
0 stemmen